FEEDBACKFORMULIER

Wij waarderen uw feedback!

FEEDBACK
Dit veld is verplicht
Dit veld is verplicht

* verplichte velden

Discriminatie op de arbeidsmarkt: een hardnekkig verschijnsel

Belangrijkste inzichten
  • Mensen met een migratieachtergrond hebben het vaak moeilijk op de arbeidsmarkt.
  • Op basis van studies in de afgelopen jaren blijkt discriminatie op de arbeidsmarkt  nog steeds een actueel thema te zijn. 
  • Met het aantrekken van de arbeidsmarkt zijn de kansen van mensen met een migratieachtergrond de afgelopen jaren toegenomen.
  • Mensen met een niet-westerse migratieachtergond zijn relatief hard getroffen door de impact van de pandemie.
  • Dit heeft meerdere oorzaken. Zij zijn gemiddeld vaak jonger, zijn vaak lager opgeleid en hebben eerder een flex- of oproepcontract en raken daardoor ook makkelijker hun baan kwijt.
Mensen met een migratieachtergrond hebben het vaak moeilijk op de arbeidsmarkt

Mensen met een migratieachtergrond hebben het vaak moeilijk op de arbeidsmarkt. Ze zijn vaker werkloos, werken vaker onder hun niveau, hebben vaker tijdelijke of flexcontracten en raken vaker hun baan weer kwijt. Achtergrond is vaak regelrechte discriminatie: sollicitanten met een buitenlandse naam worden niet geselecteerd door uitzendbureaus of recruiters, niet doorverwezen, of, als ze het wel halen, krijgen ze de baan niet. Dit artikel zet een aantal recente onderzoeken en cijfers op een rij.

Vacatures
Het begint al met de teksten in vacatures. Het blijkt vaak mogelijk vacatures op platforms te plaatsen met een discriminerende inhoud. Onlangs verscheen een rapport van de Inspectie SZW (Verkennend onderzoek naar discriminatiemogelijkheden op online vacatureplatforms) over een onderzoek waarin het bureau Excap 'mystery guests' met een eigen onderneming een poging liet wagen om een vacature met discriminerende inhoud te plaatsen op verschillende online platforms. Dat lukte erg goed. 87% van de vacatures werd direct geplaatst. Bij 11% moest het platform de vacatures eerst goedkeuren en bij slechts 2% werden de vacatures direct geweigerd. De Inspectie SZW heeft de taak om op arbeidsmarktdiscriminatie te handhaven.

Platforms
Vervolgens zorgen de platforms ervoor dat vacatures vaak alleen bij bepaalde groepen werkzoekenden terechtkomen. In het artikel High-Tech versus High-tech: hoe digitale discriminatie digitaal te detecteren, beschrijft Claartje Thijs op Beleidsonderzoekonline.nl discriminatie in vacatures op het internet. Ze deed hiernaar onderzoek voor het College voor de Rechten van de Mens en gebruikte hiervoor, onder andere, data van Jobfeed. Het bedrijf dat Jobfeed beheert, Textkernel, heeft trouwens al eerder vergelijkbare analyses uitgevoerd voor de Franse organisatie Pole d’Emploi. Er blijken in vacatureteksten veel verwijzingen te staan die impliceren dat bepaalde groepen personen niet hoeven te solliciteren. Het artikel beschrijft ook hoe Facebook alleen bepaalde groepen kan targetten bij de publicatie van vacatures. Ook blijkt Google bijvoorbeeld vacatures voor hoogbetaald werk meer aan mannen dan aan vrouwen te tonen.

Als het platform niet voor je filtert, dan kun je het als recruiter nog altijd zelf doen. In het al eerdergenoemde rapport van de Inspectie SZW is te lezen dat het bij twee platforms met cv’s mogelijk is automatisch te filteren op discriminerende persoonskenmerken. Daarnaast is het bij vier online platforms mogelijk om bij de presentatie van potentiële kandidaten persoonskenmerken in te zien, waardoor kan worden gediscrimineerd.

Recruiters 
Recruiters van bureaus en HR-medewerkers van bedrijven discrimineren ook. Panteia deed in 2014/5 en 2018/9 (Panteia, Herhaling virtuele praktijktests arbeidsmarktdiscriminatie) zogenaamde praktijktests waarbij fictieve cv’s van werkzoekenden met aantrekkelijke competenties op cv-banken werden geplaatst. Daarbij werden steeds dezelfde cv’s gebruikt, maar er werden verschillende persoonskenmerken bij gezet. Op precies dezelfde cv’s waaruit af te lezen was dat het om (fictieve) werkzoekenden met een Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse, Surinaamse of Poolse achtergrond ging, werd veel minder vaak geklikt en via mail of telefoon gereageerd dan op dezelfde cv’s met duidelijk geen migratieachtergrond.

Uitzendbureaus
Je kunt natuurlijk ook bij een uitzendbureau langsgaan. Hoewel veel intercedenten, mede door trainingen geïnitieerd vanuit de koepels ABU en NBBU, goed worden voorgelicht hoe ze moeten omgaan met discriminerende uitvragen van werkgevers (niet doen dus), zijn er nog steeds ook “bureaus” en intercedenten, waar je best goed terecht kan met een vraag om bijvoorbeeld Marokkaanse of Turkse kandidaten niet te sturen. Tijdens een onderzoek van Store Support voor het ministerie van SZW in 2019 accepteerde 40 procent van de intercedenten dergelijke verzoeken.

Sollicitaties
Ook het versturen van sollicitatiebrieven vergroot de kansen van mensen met een migratieachtergrond niet echt. Tussen 2016 en 2018 stuurden onderzoekers van de UvA en Universiteit Utrecht 4.200 sollicitatiebrieven waarbij ze gebruik maakten van fictieve namen. (Fictieve) mensen met een Turkse, Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond hadden 40% minder kans om een reactie te krijgen van werkgevers.

En als je dan uiteindelijk als werkzoekende met een migratieachtergrond wel langs kan bij de werkgever, dan is er nog steeds een grote kans op discriminatie. Uit representatief onderzoek van Intermediair en de Nationale Vacaturebank van afgelopen zomer bleek dat 76% van de werknemers zei zich gediscrimineerd had gevoeld tijdens het zoeken naar werk, terwijl dat gold voor 85% van de werkloze werkzoekenden.

Stages
Ook de kans voor jonge mensen met een migratieachtergrond om via een stage of leerbaan aan het werk te komen ligt lager. Onderzoek uit 2018 van Gregor Walz en Movisie liet zien dat studenten in het mbo met een migratieachtergond wel tot vier keer vaker moeten solliciteren naar een stageplek dan andere jongeren. Van de jongeren met een Nederlandse achtergrond vindt 30% binnen een maand een stageplek. Bij de jongeren met een migratieachtergrond bedraagt dit percentage 11%.

Wat zeggen de cijfers?

Netto arbeidsparticipatie
De nettoarbeidsparticipatie is het percentage van de bevolking van 15 tot 75 jaar dat betaald werk heeft. In 2020 had 69,7 procent van de personen met een Nederlandse achtergrond betaald werk. Onder personen met een westerse migratieachtergrond bedroeg de nettoarbeidsparticipatie 67,4 procent. Onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond was dit 61,4 procent.

Tijdens de economische crisis nam de arbeidsparticipatie onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond relatief gezien veel af. Na 2014 lag de nettoarbeidsparticipatie binnen deze groep op 55,2 procent, vlak voor de crisis in 2008 was deze nog 61,1 procent. Onder personen met een westerse migratieachtergrond en Nederlandse achtergrond was deze afname aanzienlijk kleiner. Na 2014 nam het percentage werkenden weer gestaag toe voor alle groepen, maar het meest bij mensen met een niet-westerse achtergrond. 

Netto arbeidsparticipatie naar migratieachtergrond, 2006-2020

Gebruik de filter in bovenstaande grafiek om de verhoudingen en ontwikkeling van de netto arbeidsparticipatie naar migratieachtergrond inzichtelijk te maken voor uw provincie, arbeidsmarktregio of COROP-gebied. 

Werkloosheid
In 2020 was de werkloosheid onder personen met een Nederlandse achtergrond 3,0 procent. Van de personen met een westerse migratieachtergrond was 4,6 procent van de  beroepsbevolking werkloos, terwijl dit 8,2 procent was binnen de groep met een niet-westerse migratieachtergrond.

Als gevolg van de economische crisis, was er tussen 2008 en 2013 een forse stijging in werkloosheid voor zowel de groep met een Nederlandse achtergrond als de groep met een niet-westerse migratieachtergrond. Ook de groep met een westerse migratieachtergrond kende een forse stijging van de werkloosheid in deze periode, maar deze stijging was iets minder sterk. Tijdens de jaren van economisch herstel die daarop volgden, daalde de werkloosheid voor alle groepen met ongeveer een derde.

Werkloosheidspercentage naar migratieachtergrond, 2006-2020

Gebruik de filter in bovenstaande grafiek om de verhoudingen en ontwikkeling van het werkloosheidspercentage naar migratieachtergrond inzichtelijk te maken voor uw provincie, arbeidsmarktregio of COROP-gebied. 

Impact coronacrisis

In het artikel Arbeidsparticipatie in 2020 meest gedaald in Limburg en Noord-Limburg van 18 februari, hebben we al beschreven dat het werkloosheidspercentage onder mensen met een niet-westerse migratieachtergrond in 2020 relatief sterk is toegenomen. Dat deze groep door de coronacrisis het hardst getroffen is, heeft meerdere verklaringen. Zij zijn gemiddeld vaak jonger en zijn vaak lager opgeleid. Die werknemers hebben eerder een flex- of oproepcontract en raken ook gemakkelijker hun baan kwijt. Dit blijkt uit een onderzoek van Atlas voor Gemeenten naar de gevolgen van de coronacrisis voor de arbeidsmarktpositie van personen met een (niet-westerse migratieachtergrond), in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Uit het ArbeidsmarktgedragsOnderzoek (AGO) van de Intelligence Group komt eveneens naar voren dat de pandemie een grotere impact lijkt te hebben op de arbeidsmarkt voor werknemers met een migratieachtergrond, dan voor werknemers zonder migratieachtergrond. In het artikel Discriminatie op de arbeidsmarkt actueler dan ooit beschrijft Intelligence Group dat volgens het AGO 2020 in 2020 30% van de mannen met een migratieachtergrond een tijdelijk contract had voor een jaar, terwijl dit maar voor 19% van de mannelijke niet-migranten gold. Mannen met een migratieachtergond zijn dan ook in 2020 veel banger geworden om hun werk te verliezen; 17% vreest voor zijn baan.

Bronnen

POWERED BY

powered by